JLLC.BE
EIEREN RAPEN, UITBROEDEN EN VRIJLATEN
Nogal wat soorten grondbroeders staan sterk onder druk. Bejaging is daar absoluut niet de oorzaak van, maar wel het te lage broedsucces. De twee belangrijkste factoren voor dat te lage broedsucces zijn predatie en landbouwactiviteiten.
Tal van nesten worden stuk gemaaid of besproeid en de nesten die daaraan ontsnappen omdat ze bv. in de akkerrand liggen, worden maar al te vaak leeggeroofd door vossen, marters, dassen, ratten, wezels, enz.
In het verleden mochten jagers nesten die in een gevarenzone lagen, leeghalen en thuis uitbroeden waarna de kuikens in hetzelfde gebied terug gelost konden worden. Of die jongen dan volwassen worden is nog een ander verhaal, maar het is ontegensprekelijk zo dat dit een positieve invloed heeft op de populatie van de vogels waarvoor dit gebeurde.
In Noord-Frankrijk lopen momenteel projecten waar zelfs geringde patrijzen en fazanten in grote getale gelost worden, in combinatie met flankerende maatregelen. Het gaat dan om het voorzien van voederbakken, water, stofbaden, aanleg van houtkanten, doorgedreven predatiecontrole en een jachtmoratorium of –beperking van een aantal jaar voor de soorten die gelost zijn. De overheid en de jachtsector stellen vast dat dit een positieve invloed heeft op de aantallen en in verschillende gebieden werd de patrijs op die manier succesvol geherintroduceerd. Ook de Jachtfederatie van ‘Les Hauts de France’ steunt dit initiatief, o.m. financieel maar ook door bv. kastvallen, stofbaden, voederbakken ter beschikking te stellen.
Door het behouden van een (beperkte) bejaging, kunnen we ook ten volle op de steun van jagers blijven rekenen. Misschien kan een jachtverbod op patrijs opgelegd worden voor jachtgroepen die geen populatieverbeterende maatregelen treffen? Heel wat jagers sparen kosten noch moeite om patrijzen in hun revier te hebben en houden. Ze leggen rulpaden, zandweggetjes en keverbanken aan. Zaaien specifieke wildmengsels in en zorgen voor water in de zomer en voeder om aan te sterken in de winter. Daarnaast zorgen zij ook dat predatie tot een minimum herleid wordt en al deze maatregelen zijn uiteraard ook heel gunstig voor alle niet-bejaagbare wildsoorten.
WERF03

?
ONZE VRAAG AAN DE POLITIEK
1) Laat jagers terug toe om voor een aantal diersoorten zoals patrijs, fazant (maar ook niet- bejaagbare wildsoorten als kievit, grutto, wulp enz. de nesten op te sporen en te behoeden voor predatie of vernieling.
2) Laat jagers toe om net als in Nederland samen te werken met de overheid om nesten leeg te halen wanneer er gemaaid wordt en die achteraf terug te leggen. Als een nest vernield is, moet het legsel thuis uitgebroed en grootgebracht kunnen worden om dat in hetzelfde gebied terug in vrijheid gesteld te worden.